Door Sacha de Groot
Het is zaterdagochtend 06:00 uur als ik door de ochtenddouw naar het station fiets. Zo op de laatste dag van april zijn de eerste tekenen van daglicht al aan de horizon verschenen. Ik ben onderweg naar de PEiL, wat staat voor Proteus-Eretes in ’t Lang. En lang is het. Deze wedstrijd op de Schie in Delft bedraagt namelijk een flinke 4500 meter. De PEiL wordt door een behoorlijk aantal ploegen gestart, van eerstejaars C4+’en tot ouderejaars 2-‘s. Mogelijk komt dit mede door de sterke competitiesectie waar de organiserende vereniging, Proteus-Eretes, zo trots op is. Naast de PEiL vindt dit weekend ook de PEiK plaats. Dit staat voor Proteus-Eretes in ’t Kort, wat niet geheel onverwachts slaat op de korte afstand van 450 meter die hier verroeid wordt.
Op de wedstrijd aangekomen lijkt alles al flink in actie. In tegenstelling tot voorgaande jaren stonden er dit jaar geen botenwagens bij Lijm & Cultuur, een evenementenlocatie zo’n 500 meter van Proteus vandaan. Dit jaar stonden de botenwagens massaal op het terrein van Proteus, en een restgedeelte aan de andere kant van de snelweg. De Orca-Triton botenwagen had aan het kortste eind getrokken en stond samen met wat andere verenigingen aan de andere kant van de snelweg, naast het gebouw van een spellenwinkel. Al vrij snel bleek dat er die dag ook een evenement van die spellenwinkel was, waardoor ik mij, als personificatie van de botenwagen, zeer ongewenst voelde. Gelukkig kon ik de misère van claxonnerende spelfanaten ontglippen door naar de ‘goede kant’ van de snelweg te lopen. Echter was de ‘goede kant’ ook een farce, aangezien het immense aantal botenwagens een totale chaos met zich meebracht. Boten, riggers en riemen raasden door de lucht, waarbij bestuursleden en leden van competitiecommissies het spiesen van mensen of andere boten met hun stem probeerden te voorkomen. De zee van schelle stemmen die ‘boot’ riepen, maakte de sfeer hier en daar wat gespannen.
Op het water was de chaos een stuk beperkter. De wedstrijd was opgedeeld in drie blokken. Per blok roeide iedereen tegelijk op, waarna de boten in bumpingvorm werden weggestart. Het was aan de dames clubachten om het spits af te bijten en zich door de slopende 4500 meter heen te worstelen.
Tussen de hordes onwetende eerstejaars waren er ook een boel ouderejaars. Na een niet nader te benoemen pandemie waren de verschillen tussen de ploegen zoals je het nooit eerder gezien had. Waar de ene ploeg zowaar rake klappen maakte, kwam een andere ploeg al slifferend, met halen korter dan klapjes, over de finish. Het tempo lag bij veel ploegen zó laag dat ze eigenlijk eerste-stop aan het roeien waren. Bij andere ploegen lag het tempo dan weer zó hoog dat het me meeviel dat ze niet naar voren roeiden. Ook tussen de stuurtjes was een wezenlijk verschil te zien. In het clubachtenveld werden er mooie lijnen gevaren en werkende calls gegeven. In andere velden was het stuurwerk soms vergelijkbaar met een flipperkast. Er schoot van alles heen en weer, maar zelden de juiste kant op. Met calls als ‘hou nog even vol meiden’ en ‘benen 54’ had ik het te doen met de roeiers in de boot. Al met al, ik vond het een zeer dynamische wedstrijd en heb mij dan ook rijkelijk vermaakt.
En niet alleen heb ik mij vermaakt met deze zeer dynamische wedstrijd, maar vooral met alle prestaties die Orca heeft laten zien. Zes taarten voor Orca! Dit is een nieuw record voor de compowedstrijden van dit seizoen. Op de PEiL hebben Vindicta (4+), Rowing 747 (C4+ poule 2), Licorca 43 (C4+ poule 4) en Linde Linnenkamp in een Orca/Skøll combi boot getaart. Op de PEiK zijn de Heren Clubacht 8+ en de Schippers van Beaufort (2-) als snelste over de finish gekomen.
Nadat ploegen gefinisht waren, moesten de roeiers wachten tot álle ploegen van hun blok gefinisht waren tot ze aan konden leggen. Het mag dan wel al lente zijn, maar een uur wachten na je race in de kou is geen pretje. Dat bleek zeker toen meerdere ploegen onderkoeld de boot uit kwamen. Een wijze les voor iedereen; neem áltijd warme kleren mee de boot in voor na je race!